-
1 mind your own business
-
2 business
adj. zakelijk,van bedrijf--------n. zaken, handel; bedrijf, zaak; werk; aangelegenheid; beweging en uitdrukking bij opvoering[ biznis]1 aangelegenheid ⇒ affaire, zaak, kwestie3 zaak ⇒ winkel, bedrijf♦voorbeelden:1 (ver)plicht(ing) ⇒ taak, verantwoordelijkheid, werk♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 my affairs are no business of yours/none of your business • mijn zaken gaan jou niets aango about one's business • met zijn gewone werk verder gaanhave no business to do something/doing something • ergens niet het recht toe hebbenknow one's business • zijn vak/zaken kennenI will make it my business to see that … • ik zal het op me nemen ervoor te zorgen dat …send someone about his business • iemand zeggen zich met zijn eigen zaken te bemoeien2 the business of today's meeting is … • voor de vergadering van vandaag staat op de agenda …♦voorbeelden:get down to business • ter zake komen, spijkers met koppen slaanmean business • het serieus menentalk business • over zaken sprekenhow's business today? • hoe staan de zaken vandaag?I'm in business for myself now • ik ben voor mezelf begonnengo into business • in de handel gaanon business • voor zaken -
3 kümmere dich um deine eigenen Angelegenheiten
kümmere dich um deine eigenen Angelegenheiten!bemoei je met je eigen zaken!————————kümmere dich um deine eigenen Angelegenheiten!bemoei je met je eigen zaken!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > kümmere dich um deine eigenen Angelegenheiten
-
4 Angelegenheit
Angelegenheit〈v.〉1 aangelegenheid, zaak, geval♦voorbeelden:kümmere dich um deine eigenen Angelegenheiten! • bemoei je met je eigen zaken!sich in fremde, jemandes Angelegenheiten mischen • zich in andermans, iemands zaken mengen -
5 mêler
-
6 meddle in
[ medl in]♦voorbeelden: -
7 regarder
regarder [rəgaardee]♦voorbeelden:y regarder de près • erg precies zijnregarder à la dépense • op de kleintjes passenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 beschouwen ⇒ bekijken, letten op4 uitzien op ⇒ liggen op, gericht zijn naar♦voorbeelden:regardez voir! • kom eens kijken!regarder qn. de haut • iemand hooghartig aankijken, behandelen〈 informeel〉 vous ne m'avez pas regardé! • weet je wel wie je voor je hebt?→ oeil1 zich, elkaar bekijken♦voorbeelden:→ chienv2) letten (op)3) betreffen4) uitzien (op) -
8 заботьтесь о своих делах
vgener. bemoei u met uw eigen zakenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > заботьтесь о своих делах
-
9 не вмешивайтесь в чужие дела
prepos.gener. bemoei u met uw eigen zakenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > не вмешивайтесь в чужие дела
-
10 don't meddle in my affairs
-
11 demander
demander [dəmãdee]2 eisen ⇒ nodig hebben, vorderen, vereisen♦voorbeelden:demander un médecin • een dokter laten komenje vous demande pardon • neem me niet kwalijkje vous demande un peu! • nu vraag ik je!on vous demande • er is iemand voor uje ne demande pas mieux • ik wil niets lieveril demande à venir • hij vraagt of hij mag komenil ne demande qu'à jouer • hij doet niets liever dan spelenil te demande de venir • hij verzoekt je om te komenil demande que tu viennes • hij vraagt je te komenil a demandé si tu pouvais venir • hij heeft gevraagd of je kon komenil ne faut pas lui en demander trop • men kan niet te veel van hem, haar verwachtenon ne vous en demande pas tant • dat wordt niet van u gevraagd♦voorbeelden:c'est à se demander si … ne … pas • je zou bijna denken dat1. v1) vragen, verzoeken2) eisen2. se demanderv -
12 je ne te demande pas l'heure qu'il est
je ne te demande pas l'heure qu'il estDictionnaire français-néerlandais > je ne te demande pas l'heure qu'il est
-
13 mêle-toi de tes oignons!
mêle-toi de tes oignons!bemoei je met je eigen zaken!Dictionnaire français-néerlandais > mêle-toi de tes oignons!
-
14 mêlez-vous de ce qui vous regarde
mêlez-vous de ce qui vous regardeDictionnaire français-néerlandais > mêlez-vous de ce qui vous regarde
-
15 kümmern
kümmern1 slecht gedijen, verkommeren, (weg)kwijnen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aangaan, interesseren♦voorbeelden:1 was kümmern mich die Leute? • wat kunnen mij de mensen schelen?1 zich bekommeren ⇒ zorgen, omzien2 zich bekommeren ⇒ bezighouden, belangstellen3 uitkijken, zoeken♦voorbeelden: -
16 zupf dich an deiner eigenen Nase
zupf dich an deiner eigenen Nase!bemoei je met je eigen zaken!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > zupf dich an deiner eigenen Nase
-
17 zupfen
См. также в других словарях:
Sache — 1. Alle Sachen, die wir haben, sind Geschenk und Gottes Gaben. Lat.: Omnia voluntate Dei. (Chaos, 1085.) 2. Alle Sachen kann Herr Ego am besten machen. 3. An eine böse sach sol man einen trunck Wein giessen. – Petri, II, 16. »Mit dem Gegentheil… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon